Joey & Roxanne in Azië

Oost- en midden-Java

Oost- en midden-Java (16 - 23 oktober 2012)

Na een stevig ontbijt staat chauffeur Putu stipt op tijd te wachten bij de ingang van ons hotel. We nemen afscheid van de eigenaresse en andere gasten van hotel Melamun terwijl Putu onze bagage in zijn auto tilt. We verlaten Lovina en rijden in ongeveer twee uur langs de noordkust van Bali naar Gilimanuk waar wij met de ferry zullen oversteken naar Java. Onderweg stopt hij bij alle Hindoeïstische tempels om een donatie te doen en te vragen om een zegening. Met een voorhoofd vol rijstkorrels en een twee sessies met wijwater over de voorruit arriveren we bij de ferry. Putu laat het voorraam een heel klein stukje zakken en probeert zonder oponthoud langs de havenpolitie te komen terwijl zijn identiteitsbewijs wordt gecontroleerd. Op het moment dat de agent de slagboom wil opendoen vangt hij toch een glimp op van de twee Belandas die achter geblindeerd glas op de achterbank zitten. Hij verzoekt de chauffeur om de auto aan de kant te zetten en geeft aan alle koffers te gaan controleren en alle reisdocumenten te willen inzien. Dit zal minimaal twee uur in beslag nemen laat de agent doorschemeren, tenzij onze chauffeur bereid is om klein bedrag te betalen. Met tegenzin betaalt Putu de agent die met een grote glimlach het geld in zijn broekzak steekt en de slagboom opent. We rijden de ferry op en een klein uur later zijn we terug op Java.

Vanaf de ferry rijden we een stuk langs de kust voordat we de hoofdweg verlaten en via kronkelende bergweggetjes naar de Ijen vulkaan koersen. Onderweg blijkt één van de bergpassages volledig opengebroken te zijn en we doen zeker anderhalf uur over een afstand van slechts enkele kilometers. Wanneer we de verharde weg bereiken worden we getrakteerd op een prachtig uitzicht over het vulkaanlandschap rondom Ijen. In een halfuur rijden we naar onze accommodatie in een reizigersdorpje aan de voet van de vulkaan. Het dorpje bestaat uit reizigersaccommodatie en een restaurant. Na het eten vertelt Putu dat het ook mogelijk is om de vulkaan 's nachts te beklimmen in plaats van bij het ochtendgloren. 's Nachts bestaat de kans op het zien van blauw licht dat vanuit het zwavelmeer bovenop de krater omhoog schijnt. We zouden dan echter wel 200.000 Ruppiah moeten betalen voor een gids. Na lang wikken en wegen besluiten we dit te doen en na amper vier uur slaap staan wij dik aangekleed klaar bij de auto. Stipt om 01.00 uur komt de chauffeur lachend aanlopen die ons in een half uur naar het startpunt onderaan de vulkaan brengt. Op weg naar de vulkaan valt op dat het park officieel nog gesloten is. Nadat Putu de beveiligingsbeambte bij de toegangspoort een bankbiljet toestopt gaat de poort open en ditzelfde gebeurt bij de beveiligingsbeambte op het parkeerterrein. Hier ontmoeten we onze gids Pahiem, een geharde berggids met een opvallend vriendelijke gelaatstrekken. Nadat Putu ook hem een donatie toestopt begint hij direct stilzwijgend voor ons uit te lopen. In het aardedonker lopen we langzaam achter Pahiem aan. Roxanne telt alles bij elkaar op en komt tot de conclusie dat onze chauffeur een kleine 50.000 Ruppiah heeft uitgegeven aan het omkopen van de beveiliging en dus zeer listig 150.000 Ruppiah heeft verdiend. We besluiten ons er nu niet druk om te maken en lopen achter Pahiem aan. In het donker zien we niets dan het zandpad dat wordt verlicht door de hoofdlamp van onze berggids.

Roxanne haar verkoudheid blijkt een hardnekkig griepje te zijn en het kost haar daardoor erg veel moeite om door het mulle zand tegen de vulkaan op te klimmen. Om de tien minuten rusten we even en Pahiem toont zich bijzonder geduldig en vriendelijk. Naarmate we dichter bij de rand van de vulkaan komen begint de geur van zwavel steeds ondragelijker te worden. Onderweg passeren we de vele arbeider van de zwavelgroeve, die met manden vol gele zwavelbrokken passeren. Zodra we na deze inspanning aan de rand van zwavelmeer Kawah Ijen arriveren zien we een paar flitsen van het blauwe licht maar helaas is het niet zo indrukwekkend als vooraf voorgespiegeld door Putu. Het is 03.00 uur en het duurt nog zeker tweeënhalf uur voordat het licht is. Het is erg fris en Joey haalt een slaapzak uit zijn rugzak en we kruipen er samen in terwijl in de verte een paar flitsen van het blauwe licht te zien is. Terwijl wij wachten tot het licht wordt komt één van de arbeiders langs met prachtige souvenirs gemaakt van gele zwavelbrokken. Om 05.00 uur komt het licht langzaam door de wolken heen en vangen we door de fikse rookwolken heen een glimp op van het azuurblauwe zwavelmeer. We zijn inmiddels zo bedwelmd door de verschrikkelijke zwavelgeur dat we om 06.00 uur direct beginnen aan de afdaling. Terwijl we naar beneden lopen verdwijnt de mist langzaam en openbaart zich het pad dat wij in het donker hebben bewandeld. We zien dat we langs flinke afgronden hebben gewandeld en Roxanne zegt herhaaldelijk dat ze blij is dat ze dit vannacht nog niet wist. Rond 06.30 uur komen we weer beneden waar we hartelijk afscheid nemen van Pahiem. Onze chauffeur Putu staat ons op breed lachend op te wachten, met de 150.000 Ruppiah in zijn broekzak.

We zetten koers richting de Gunung Bromo, de kustweg heeft een nieuw wegdek maar lijdt zichtbaar onder zwaar bus- en vrachtverkeer. De weg zit vol gaten maar Putu stuurt ons er behendig doorheen. 's Avonds arriveren we in bergdorpje Cemoro Lawang. Onze chauffeur informeert ons dat het 's avonds tintelend fris kan zijn, we nemen daarom niet alleen onze bergschoenen maar ook warme kleding mee. Putu brengt ons naar een backpackershostel waar wij een stoffige kamer krijgen zonder douche en toilet. Omdat Roxanne nog steeds griep heeft gaan we terug naar Putu en vragen of er wellicht nog een ander hotel in de buurt is. Met enige tegenzin stapt hij weer in de auto en rijdt met ons naar een hostel met uitzicht op de vulkaan. We vinden een goede kamer en pakken onze spullen uit de auto. Met enige irritatie in zijn stem geeft Putu aan dat hij hier geen gratis chauffeurskamer krijgt aangeboden. We geven aan dat hij eerder op listige wijze 150.000 Ruppiah heeft verdiend en dat wij gaan genieten van een paar uurtjes rust, we moeten vannacht namelijk weer om 04.00 uur opstaan om de zonsopkomst te bekijken boven de Gunung Bromo.

Om 04.00 uur rijdt met een luid gebrom de 4x4-jeep voor die ons naar de voet van de Pananjakan brengt. Een wandeling over zandpaden en stenen traptreden brengt ons in bijna een uur naar het uitzichtpunt waarvandaan we voor het eerst de Gunung Bromo zien. Het dal onder de vulkaan is gevuld met een dichte mist en de uit de caldera van de Bromo komen grote rookwolken. Het uitzicht is adembenemend. Om 05.00 uur komt de zon langzaam op van achter de bergen en voorziet de Bromo van een zacht oranje gloed. We genieten samen van het prachtige, bijna prehistorische, uitzicht over het vulkaanlandschap. Dit is één van de mooiste momenten van de reis.

Zodra de zon volledig aan de hemel staat wandelen we de berg af waar de jeep ons al staat op te wachten. We rijden terug naar Cemoro Lawang waar we afdalen langs een jeepspoor naar een uitgestrekte zandzee vanwaar we te voet verder gaan naar de Bromo. Een betonnen trap met hoge traptreden aan de voet van de berg leidt tot de rand van de krater, meer dan 150 meter hoger. Voor de mensen uit Almere; de trap van bioscoop Utopolis maar dan ongeveer vijftien minuten lang bij ongeveer 25 graden. De lucht is doordrongen van een sterke zwavelstank. Bij het zien van het rook, as en zwavel in de diepte doen we voor de zekerheid een kleine stap naar achteren. We zien locals bloemen en geld offeren om de zegen van de vulkaangeest af te smeken. We nemen een aantal foto's en wandelen moe maar voldaan de berg weer af.

Na terugkomst in ons hotel nemen we snel een warme douche alvorens we onze tassen weer bij Putu in de auto gooien. Het is een rit van ongeveer tien uur naar Borobudur en Putu heeft er flink de vaart in. We zien hem vandaag genoeg verkeersregels overtreden om in Nederland een permanente rijontzegging te ontvangen en minstens een jaar de gevangenis in te moeten: inhalen door de berm, meer dan vijftig kilometer per uur te hard bij wegwerkzaamheden, spookrijden, rijden over doorgetrokken streep en verdrijvingsvlak, het negeren van een rood verkeerslicht, bellen achter het stuur, doorrijden na een verkeersongeval en rijden onder invloed. Met gepaste trots vertelt Putu dat hij in alle jaren dat hij op Java rijdt slechts twee keer is aangehouden door de politie. Het is alsof de duivel ermee speelt want na weer een verkeersovertreding wordt Putu staande gehouden door de politie. Hij probeert de politie met 50.000 Ruppiah op andere gedachten te brengen maar ze kijken niet eens naar het geld en brengen hem rechtstreeks naar het nabijgelegen politiebureau. Putu probeert zich er nog uit te praten maar moet uiteindelijk meer dan 100.000 Ruppiah neerleggen om een klein half uur later zijn rijbewijs terug te krijgen. Roxanne mompelt op de achterbank iets over boontje en zijn loontje en concludeert dat hij het bedrag dat hij zo listig aan ons heeft verdiend inmiddels kwijt is. Na een rit van bijna tien uur komen we aan bij Rumah Dharma. We worden hartelijk ontvangen door Jamal en Wendy en zodra we de kamer binnenkomen vinden we op het bed een bordje met de tekst welkom thuis, en zo voelt het ook. Na bijna drie weken zijn we weer thuis op het punt waar we onze ontdekkingsreis door Indonesië begonnen.

Nadat we wakker zijn vertelt Wendy dat ze vandaag een bezoek zal brengen aan een weeshuis in de regio om een donatie van 6.000.000 Ruppiah af te leveren dat door Nederlandse gasten van Rumah Dharma bij elkaar is gespaard. We stappen met Jamal op zijn Vespa met zijspan en rijden in een uur naar het weeshuis. Onderweg brengen we een bezoek aan de lokale markt waar we tientallen broodjes en chocolade kopen. Met een tas vol eten vervolgen we onze weg naar het weeshuis. Bij aankomst staan de kinderen ons al zwaaiend op te wachten. We lopen het terrein op en twintig paar ogen kijkt hoopvol in de tassen die we bij ons hebben. We ontmoeten de leidster van het weeshuis en terwijl de kinderen smullen van onze broodjes geeft zij meer uitleg over het werk met de weeskinderen. Van de donatie wordt een nieuwe slaapzaal betaald zodat de kinderen meer ruimte hebben.

Na terugkomst bij Rumah Dharma is de schoolklas van de negenjarige zoon van Wendy te gast. De lerares vindt het belangrijk dat de kinderen niet alleen in de klas Engels spreken maar het ook durven te spreken tegen buitenlanders. Wij zijn gewillig slachtoffer en proberen anderhalf uur lang een gesprek op gang te houden met acht verlegen Javaanse schoolkinderen. Nadat alle mogelijke gespreksonderwerpen de revue zijn gepasseerd stellen we voor dat de kinderen iets aan ons mogen vragen. Eén van de verlegen jongetjes, die de hele middag nog niets heeft gezegd, steekt brutaal zijn vinger op: ‘Can we take a picture with you?'.

We genieten volop van het rustige leven tussen de rijstvelden van midden-Java. We proberen mee te gaan met het ritme van het lokale leven en doen alles dat in de GGD-folder over reizigersziekten staat vermeld onder het kopje ten strengste afgeraden. We proberen alle vegetarische gerechten in de lokale warungs, kopen geschilde papaja van verkopers langs de weg en drinken dagelijks kokosmelk met siroop en ijs uit verse kokosnoten. Joey laat tevens - voor amper 80 cent - zijn haar knippen in een lokale kapsalon en is blij verrast door het resultaat.

De volgende morgen gaan we met Jamal op de brommer naar de tempel van Selogriyo. De tempel is gelegen in een prachtige omgeving van groene rijstplateaus. Ook vandaag heeft Jamal weer iets in petto, in plaats van de gebruikelijke route over de verharde weg lopen we over bamboebruggetjes kriskras door de rijstvelden. Hij heeft tevens een groep vrienden uitgenodigd van de Universiteit van Yogyakarta. Wij hebben overduidelijk de beste conditie en als eerste komen we, wel drijfnat van het zweet, aan bij de tempel. Een klein kwartier later zijn we compleet en genieten we van een picknick met papaja's, frisdrank en uiteraard honderden foto's. Zo vaak zien ze geen Belandas hier in midden-Java.

Na enkele dagen te hebben genoten van het rustige leven bij Rumah Dharma is het helaas tijd om definitief te vertrekken. Op de dag van vertrek hebben de keukendames nog een leuke verrassing voor ons. Na al onze complimenten over de heerlijke nasi goreng krijgen we een spoedcursus Indonesisch koken. We leren volop en Google blijkt noodzakelijk om alle ingrediënten te ontcijferen. Na een klein halfuur genieten we van onze zelfbereide ontbijt. Helaas komt dan toch het onvermijdelijke moment van afscheid. We reizen per trein vanaf Yogyakarta naar Surabaya waar we, na een kort nachtje in een luchthavenhotel, inchecken op de vlucht naar Bangkok waar we vanavond zullen arriveren. Het reizen in Indonesië is ons ontzettend goed bevallen en we nemen dan ook geen afscheid maar zeggen met een grote glimlach sampai bertemu lagi. Tot snel Indonesië, we komen zeker terug om de rest van dit bijzondere land te ontdekken.

Liefs uit Indonesië,

Joey & Roxanne

Reacties

Reacties

Bas & Tess

We hebben weer met veel plezier dit verhaal gelezen. We hebben heimwee! Jammer dat jullie tijd in Indonesië erop zit maar een troost, Thailand is ook geweldig, misschien nog wel mooier!
Heel veel plezier daar.

Sawadee Krap!

Peter & Monique

Hey Joey & Rox,
Dank voor de mooie kaart, hartstikke lief van jullie.
Zijn benieuwd hoe jullie Thailand ervaren, we volgen jullie via de blog, hoor!
Geniet nog maar lekker van jullie reis en alle indrukken. X

Florina

Bedankt voor de kaart.Wat een mooi verhaal een van duizend en een nacht. Ben heel benieuwd naar jullie volgende avontuur.
Liefs

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!